De visie

Visie op beheer en onderhoud

OTBI bv richt zich op het efficiënt en doelmatig beheer van technische gebouwinstallaties met als doel een beter presterende installatie en een optimalisatie van de technische en financiële middelen.

Definitie

Technisch gebouwbeheer: het beheersen van alle technische en financiële aspecten gerelateerd aan een doelmatig en efficiënt gebruik van gebouwen en gebouwinstallaties.
Onder te verdelen in:
1. installatie/bouwkundig beheer
2. onderhoudsbeheer
3. energiebeheer primair/secundair

Onderhoud: omvat al die activiteiten die tot doel hebben de duurzame middelen waarover wordt beschikt, in de toestand te houden of weer terug te brengen, die voor de vervulling van de functie noodzakelijk worden geacht, binnen de relevante technische en economische kaders en de levensduurcyclus van gebouwen en gebouwinstallaties.
Onder te verdelen in:
1. preventief onderhoud
2. correctief onderhoud
3. planmatig onderhoud (vervangingsonderhoud)
4. prestatieonderhoud

Visie

Technisch beheer en onderhoud begint bij het ontwerp en de realisatie/renovatie van de technische/bouwkundige elementen, zoals:
• onderhoudsarme componenten;
• onderhoudsvriendelijke installatie;
• zoveel mogelijk beperken van de invloed van wet- en regelgeving op de installaties;
• et cetera.

Het doel van technisch beheer richt zich op de volgende aspecten.
1. Welbevinden van de gebruikers. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat de installaties blijven presteren zoals in het oorspronkelijke ontwerp is bedoeld. Dit houdt tegelijkertijd in dat de installaties tijdens de levensduur in de juiste condities gehouden worden en dat de veiligheid en de optimale werking gewaarborgd wordt.
2. Beperken en indien mogelijk voorkomen van storingen. Dit verhoogt de efficiëntie van de installaties en de bedrijfszekerheid.
3. Beperken en beheersen van de exploitatiekosten.
4. Verlengen van de levensduur.
5. Voldoen aan wet- en regelgeving.
6. Milieu. Met als belangrijkste uitgangspunten het beperken van het energiegebruik en het minimaliseren van de uitstoot van milieubelastende stoffen.
7. Energie zowel primair als secundair en dit benchmarken.

Ontwikkelingen

De afgelopen twintig tot dertig jaren heeft er een enorme technologische ontwikkeling plaatsgevonden met betrekking tot gebouwen en gebouwinstallaties. In het verleden zagen wij vooral relatief eenvoudige, ruim gedimensioneerde installaties die door een techneut met twee rechterhanden onderhouden kon worden. Nu zien wij gebouwen waar hoge bouwfysische eisen aan gesteld worden en die tegelijkertijd met een minimum aan energie een hoog niveau binnenklimaat moeten halen. Dit resulteert in het toepassen van installaties met een technologisch hoog niveau, die uiterst kritisch gedimensioneerd en geregeld worden. De huidige wet- en regelgeving stelt hoge eisen aan de gebouwen en de gebouwinstallaties. De installaties zijn letterlijk en figuurlijk kostbaar geworden.

Aanpak

De hiervoor beschreven ontwikkeling vraagt om een geheel nieuwe aanpak. Voor het onderhouden van de huidige generatie gebouwinstallaties is meer specifieke kennis nodig op meerdere deelgebieden van de installatietechniek. Elk gebouw en gebouwinstallatie vraagt om ‘maatwerk’. Vragen zoals ‘Wat is de behoefte?’, ‘Wat zijn de wensen?’ en ‘Wat zijn de beschikbare middelen?’ staan daarbij centraal.